BEZETTING
in
1983

Home » Doe » Historische verhalen » Bezetting in 1983


DEZE ZOMER IS HET VEERTIG JAAR GELEDEN DAT AMSTERDAMSE BEELDEND KUNSTENAARS ONS FORTEILAND BEZETTEN. WE BLIKKEN TERUG MET PERSFOTOGRAAF ROB C. CROES

Op 23 juni 2023 is het precies veertig jaar geleden dat Forteiland Pampus werd bezet door twaalf Amsterdamse beeldende kunstenaars. “Hier treden wij terug uit het Koninkrijk der Nederlanden!”

De kunstenaars waren faliekant tegen de toenmalige regeringsplannen van kabinet Lubbers I aangaande de Beeldende Kunstenaarsregeling, de BKR. Deze zou in drie jaar worden afgebouwd van 130 miljoen gulden naar 50 miljoen.

Voor de kunstenaars was de grens bereikt. Hun bestaan werd bedreigd en de bezuinigingen zouden een ernstige culturele verarming veroorzaken.

Persfotograaf Rob C. Croes kreeg van Anefo (een landelijk opererend fotopersbureau) de opdracht ‘er even’ heen te gaan. Dat was nog een hele onderneming.

Voordat de kunstenaars Pampus overnemen, hebben ze al een poging gedaan op Rottumerplaat en daar de ‘Republiek Rottum’ gesticht. Nu op Pampus zal een ‘consulaat’ gevestigd worden. En om ook in de verte hun actie goed zichtbaar te krijgen, kleden ze het forteiland aan met grote lappen stof waar GEEN WAPENS MAAR KUNST  en BEZET op geschilderd is.

Persfotograaf Rob C. Croes herinnert het zich allemaal nog goed. “Het was in de tijd waarin een groot deel van de techniek die we nu kennen, zoals internet en mobiele telefoons, alleen door Chriet Titulaer beschreven werd.”

Rob kreeg bij Anefo de opdracht om even naar Pampus te gaan voor een bezetting. “Het was een hele reis om er te komen natuurlijk. Eerst naar Durgerdam, daar op zoek naar een bootje. Onderhandelen over de prijs, en dan op weg. Best wel een lange reis naar Pampus.”

Maar eenmaal aangekomen, mag Rob niet aan land van de waterpolitie. Dus maakt hij zijn foto’s vanuit het bootje met een telelens en vaart snel terug naar het vaste land. Met zijn auto rijdt hij terug naar het kantoor van Anefo, in hartje Amsterdam. En zoals dat toen nog ging, moet hij eerst de foto’s ontwikkelen en afdrukken, alvorens hij ze in envelopjes naar de kranten in Amsterdam kan brengen.

“De kranten buiten Amsterdam kregen in die tijd de foto’s met een ander archaïsch middel: de treinbrief.” Dat was een grote, rode enveloppe die met treinen naar diverse plaatsen in Nederland reisde, en daar dan werd opgehaald door medewerkers van de kranten. “Pfff… En dan maar wachten en de volgende ochtend kijken in welke kranten je foto was meegegaan. Daar kan je je nu toch bijna geen voorstelling bij maken, toch?”

Inderdaad, in veertig jaar is er erg veel veranderd en is alles sneller en veelal ook digitaler geworden. Iets wat ongetwijfeld ook voor de kunstenaars van het bezette Pampus toen nog niet voor te stellen was.

Lang heeft hun uittreding uit ons koninkrijk trouwens niet mogen duren. Wellicht dat daar de ratten en muggen op het toen nog ruïneuze eiland debet aan waren.

Voor Rob is het ophalen van herinneringen rond deze fotoreeks in ieder geval een aangename verrassing. ”Ik heb genoten van mijn tijd als fotojournalist bij Anefo, en daarna.”

Vanaf het water
maakte Rob zijn foto’s.
Er was veel minder
begroeiing dan nu,
dus dat ging hem
nog aardig af.

Op deze foto is
goed te zien is hoe
de voormalige bunker
– thans de fortwoning –
helemaal onder geklad was
door eerdere ‘avonturiers’.